Spoorslags

Met enige regelmaat en niet volgens de aankondiging is er stremming op het spoor.
Dat is nooit fijn en je went er niet aan op de een of andere manier.
Je krijgt inmiddels wel de reden van de vertraging of het-geheel-niet-rijden van een trein te horen.
Storm, herfstbladeren, sneeuw, geen machinist (!) of….
en dat is meteen de naarste: door een aanrijding met een persoon.
Altijd denk ik dan aan die arme ziel, die heel Nederland ontregelt, niet alleen zijn naasten.

En ik denk dan ook aan de ‘Meester op de bok’ oftewel de machinist, dan wel de bestuurder van de trein.
Hoe zal dit een wissel op hem trekken?
Het moet verschrikkelijk zijn om wat er gaat gebeuren niet tegen te kunnen houden.
Dat je de situatie niet meester bent.
Letterlijk onvermijdelijk.
Ooit hoorde ik iemand vertellen, dat de machinist dacht dat er ‘een zwaan op de rails zat’.
Het bleek later een vrouw met een krant uitgespreid voor zich, die niet verder kon en wilde zonder haar pas overleden dochter.

Een vriend van mij, die bij het spoor werkte, werd altijd opgeroepen om een ongeluk te bekijken.
Spoorslags vertrok hij op soms onmogelijke tijdstippen en inspecteerde.
Het allerergste bij een treinramp was geweest, vertelde hij, dat hij een kinderschoentje naast de rails zag liggen.
Hij was er lang van slag van.

Spoorwegwerkers, ze zijn altijd maar nijver bezig bij dag en nacht, tij en ontij.
Baanbrekend werk doen ze, spoorbaanbrekend vooral.
Zoals ook de mannen, die de Spoorwegstaking organiseerden als verzet tegen de Duitsers.
Voor altijd vastgelegd in het beeld ‘De Dokwerker’ in Amsterdam van Mari Andriessen.
Ik ben wel eens bij de herdenking
op 25 februari geweest.
Indrukwekkend.

Vaak zie je in stations plaquettes in de hal met de namen van gevallenen, de omgekomen spoorlieden, in de oorlog.
En dan liggen er op 4 mei bloemen bij.
In het veranderde Hoog Catharijne zag ik die namen nergens meer en dat speet mij zeer.
In Leeuwarden laatst realiseerde ik me dat, omdat daar een monument op de doorloop naar de perrons staat.

Van de week liep ik langs een ongebruikelijke kant in Utrecht’s stationshal, toen ik ineens in een raam de plaquette terugzag.
Dus toch niet verdwenen, alleen nogal op een
zijspoor gezet.
Zo baant de tijd zich een weg, seint het verleden naar het heden.
Een spoor van herinneringen nalatend, altijd voortschrijdend in snel- of stoptreinvaart.

hanneke

Punt.NL

Punt.NL

Er staat RIJKS HOOGERE BURGERSCHOOL. op de gevel aan de overkant.
Dat Hoogere met dubbel O ken ik nog wel van heel vroeger, maar die punt?
Het staat wel vaker op gevels van een
bepaalde bouwperiode.
‘Volgens mij waren ze al voorbereid op .nl’, grapte
een vriend.
Die punt is nog wel een punt om eens uit te zoeken.
En elke dag word ik herinnerd aan mijn leuke HBS-jaren na de MULO.

Van de ene naar de andere MULO verhuisde ik, zo bleef het bij twee typelessen.
Nooit blind leren typen, ik heb het me in latere jaren
zelf aangeleerd.
Door jaren gebruik van een schrijfmachine, later een elektrische met twee verwisselbare ‘bloemschijven’/twee lettertypen, staar ik me niet blind op typefouten.
Daar had je de onvolprezen Tipp-ex producten voor: je kon de ongewenste letters ‘witten’ en die plaats laten innemen door de gewenste.

Het gebruik van een typemachien is een uitkomst voor iemand als ik, die door veel verhuizingen evenzovele soorten handschriften aanleerde op school, zodat er vaak over mijn handschrift werd geklaagd.
Mijn schoonmoeder bleek -later- de geschreven vakantiekaarten niet te kunnen lezen….

Als je in de jaren90 forensde, werd er geheimtaal gesproken in de coupé.
Het deed buitenaards aan en de mannen keken er zeer interessant bij met hun actetassen en koffertjes.
Ze bleken van de computerplaneet te komen en spraken over www en http of https.
Programmeurs van buitenaardse zaken.
NL was altijd mijn geboorteland, Amsterdam de geboortestad en NL bestickerde onze auto.
Maar ineens was VenD niet meer VenD, maar VenD.NL of vend.nl, dat was even onduidelijk.
Op auto’s, in reclames: plots raakte alles besmet door een .nl-virus, leek het wel.

Wie of wat waren toch die .nl-ers?
Dat werd natuurlijk veel duidelijker, toen ik WP moest leren als herintreedster op de arbeidsmarkt, waar computers de boel regeerden.
De Woorden Perfect maken lukte me wel, maar die onderwatercommando’s ingeven en dat grijze scherm!!!
Ik voelde me als een bemanningslid met watervrees op een onderzeeër.
Je kon toch helemaal niet zien wat je deed, hetgeen mij waterlanders deed produceren in plaats van gewenste resultaten op de computer.
Gelukkig kreeg ik werk waar men Word gebruikte en een kleurencomputer bezigde.
Met mijn beeld-end vermogen ging een wereld open.

Later sloeg ook ik thuis aan het surfen op het World Wide Web.
Het .nl-virus bleek besmettelijk.
Door prachtige websites droomde ik mijzelf.nl.
Welaan lezer: aanschouw www.hannekegunsing.nl
Splinternieuw!
Punt.NL

hanneke

Platonisch

Als Dr. Phil het heeft over ‘giftige relaties’, dan realiseer ik me dat ik ook in zo’n relatie zit.
Ik kan het niet helpen, ik ben weerloos als ik hem zie.
Al vanaf mijn jonge jaren val ik op dit soort zwijgzame, grote, onverzettelijke types.
Er zijn er veel van, ze zijn overal.

Het is niet goed dat ik zo tegen hem opkijk en hij neerkijkt op mij.
Hij staat op zijn standpunt, terwijl ik iets graag van alle kanten bekijk.
Hij is zwijgzaam, ik vind praten prettig.
We hebben een groot leeftijdsverschil, al vind ik dat geen bezwaar.
Ik voel me daardoor een groen blaadje, fris en fruitig.
Hij heeft een grote familie, ik ben enig kind.
Wij hebben ons neergelegd bij een platonische relatie, vanwege onze geaardheid.

Waar ik aan heb moeten wennen is zijn opstuivende aard.
Ik weet nu dat hij er niets aan kan doen, het zit in zijn genen.
Hij is meer van de wildgroei, ik moet echt wel naar de kapper zo nu en dan.
Hij laat zich soms iets aanleunen en soms moet je iets afkappen, vind ik.
Van afkappen wordt hij onpasselijk.

Genoeg verschillen om er mee op te houden, lijkt me.
Echt gezond is het niet voor mij, dat merk ik bij tijden heus wel.
Regelmatig – vooral in voor- en najaar – heb ik er ineens genoeg van!
Hij werkt met zijn gedrag ‘op mijn allergieën’, zoals psychologen dat noemen.
Dus erger ik me aan zijn karaktereigenschappen.
Ik snotter dan heel wat af en neem me steevast voor met hem te kappen.

Maar dat hij altijd zo trouw over me waakt, dag en nacht….
Dat ik hem altijd weet te vinden, omdat hij nergens heen gaat.
Hij verfrist me, zorgt voor een frisse wind, kleurt mijn wereld groen.
En dat ik meer van blauw houdt, vergeet ik steeds als ik hem zie.
Dat hij me overschaduwt, vind ik eigenlijk wel prettig.
De strijd gaat tussen hoofd en hart: kies ik voor lijfsbehoud of voor verhuizen?

Want die boom aan de overkant staat daar al jaren en ik blijk allergisch voor hem.
Dr. Vogel kapt mijn getob af.
Dus snuif ik iets, versnuit bergen zakdoeken en wacht tot zijn gestuif stopt.
Ach lieve plataan, ik zie je zo graag uit mijn raam aan de overkant staan.
Wat ‘n Plataan-ische binding hebben we: we kunnen niet met en zonder elkaar.
Hatsjoe!

hanneke